zondag 23 november 2014

Documentaire Verlies niet de moed / Don't lose heart

Gezien in bioscoop Tuschinski (Amsterdam), zaterdagmiddag 22 november 2014

In een afgeladen Tuschinski was afgelopen zaterdagmiddag op het IDFA de wereldpremiere van Verlies niet de moed/Don't lose heart, een documentaire gemaakt door Hella de Jonge. Een nieuwe stap in het proces dat was ingezet door het schrijven van Los van de wereld en daarna Spring waarin Hella de relatie met haar vader en andere familieleden onderzoekt en analyseert.

Ik vond de documentaire (met muziek van Robert Jan Stips) ontroerend en indrukwekkend. Tijdens het schrijven van de boeken dook er een doos met papieren op van Hella's oudtante Ro. Toen werd het spitwerk intenser en in de documentaire gaat Hella de moedige confrontatie aan met haar vader Eli Asser. Op zijn beurt geeft hij antwoord op vragen die al heel lang speelden, het was materie waar hij nooit over sprak. Nu, op 91 jarige leeftijd wel, en daar kan ik als toeschouwer alleen maar diep voor buigen.
Tegelijkertijd krijgen verdwenen familieleden van Hella's ouders een gezicht, in de vorm van een foto of een brief. De familiegeschiedenis wordt duidelijker en krijgt meer context door verschillende oorlogsgebeurtenissen die in Amsterdam plaatsvonden. De generaties worden zichtbaar, tot aan kleindochter Maggie. Dezelfde kleindochter die deze première niet meer mee heeft kunnen maken. Dit wrange feit zorgde aan het eind van de film voor emoties bij de familie. Hella kwam na de documentaire het podium op en deelde haar emoties met de zaal. Door Maggie kreeg en hield Hella de drive om deze documentaire te maken vertelde ze. Hanneke Groenteman trad op als moderator en stelde een aantal vragen over het maakproces. Daarna werd Roos de Jonge naar het podium gehaald en als laatste Eli Asser zelf. Heel speciaal om de generaties verenigd te zien.
Ik vond het een bijzondere film. Van de strijd die vader en moeder Asser in, maar vooral ná de oorlog leverden tot aan de vrolijkheid en de levenslust van een schitterend achtjarig Amsterdams meisje. Zo'n verhaal vertellen vereist moed en geeft inspiratie. En het doet me herinneren aan het gedicht dat Hella's man Freek lang geleden voor haar schreef en waarvan de laatste regels als volgt luiden: "Omdat jij jouw heilig vuur/ Niet verstikken laat in rook/Omdat jij weet wat liefde is/Daarom weet ik het ook"

Nu te zien op het IDFA festival en de documentaire zal op 4 mei 2015 door de VPRO op televisie worden uitgezonden.


dinsdag 15 april 2014

Blaudzun – Paradiso (Amsterdam) 05/04/2014

Bij de aanvang is er geen sprake van een rustige opbouw van het concert, ik ben overdonderd door het volumineuze, energieke en harde begin van het eerste nummer. De zaal en balkons zijn bom- en bomvol, helemaal uitverkocht, wat wel sfeerverhogend werkt. Wat een grote band, iets van 8 bandleden die meteen door Blaudzun -oftewel Johannes Sigmond- worden voorgesteld. Daarna dendert het weer door. De ruime samenstelling van de band zorgt er voor dat er veel variatie is in instrumenten. Veel leden spelen ook meerdere instrumenten zoals viool, accordeon, een grote trommel, toetsen, een blazerssectie die zich ook weer opsplitst in andere combinaties, het werkt goed.

Het werk van de nieuwste, inmiddels vierde cd Promises of No Man’s Land is vrij duister. Daar wordt veel van gespeeld. De repeterende drums, de zware baslijnen, vaak soundscape-achtige sferische melodielijnen, het is niet niks wat er over ons wordt uitgestort. Daar gaat dan die klaaglijke en tegelijk krachtige, niet van drama gespeende stem van Blaudzun overheen. Ik houd van die stem, omdat hij nooit verveelt. Het is een instrument dat naar waarde wordt ingezet. De zanglijnen zijn overigens bescheiden van volume, regelmatig is de band harder dan de zang. Die zangmicrofoon had van mij veel harder mogen staan, want nu zijn de teksten, zo belangrijk, moeilijk te verstaan.

Hoewel de muziek dus vrij zwaar en bombastisch van aard is, kreeg dat een prettige tegenhanger door Blaudzun’s omgang met het publiek. Hij heeft een soort makkelijke zelfverzekerdheid en een licht ironische manier van contact maken met dichtbij staand publiek. Regelmatig ontstaan lachsalvo’s door wat hij vertelt en dat maakt dat de avond niet ontaard in een navelstaarderig in zichzelf gekeerd gebeuren. Het publiek is vanaf de 1e minuut verbonden met de band.

Blaudzun kreeg door zijn, noem het maar autoriteit, in de akoestische nummers met een paar woorden iedereen, helemaal stil. Als een dompteur die de leeuwen temt. Dit is Amsterdam, waar iedereen door de rustige nummers heen praat, of naar de wc gaat toch? Bij Blaudzun gebeurt dat dus gewoon niet. Het is echt heel bijzonder om 1200 mensen te zien stilvallen om naar een klein liedje te luisteren. Af en toe mogen we zelfs meezingen, zoals bij Any Cold Wind. De composities zijn doordacht en staan ook bij een minimale begeleiding als een huis. Het is een goede songschrijver. Dat is wel een gedachte die na afloop bij me opkomt. Heeft Blaudzun al dat volume, die volgepropte en uitgebreide wall of sound wel nodig? Ik zou het ook wel eens iets kaler en eenvoudiger willen horen. We wachten het af. Want Blaudzun doet wat hij wil en concessies worden niet gedaan.